D66 struikelt over eigen populisme
Onder zorgverleners en mensen die een persoonsgebonden budget (pgb) voor zorg krijgen, heerst grote woede en verbazing over het besluit van D66 om geen motie van wantrouwen te steunen tegen staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid). Die kwam donderdag na een urenlang debat over de uitbetalingsproblemen van de pgb’s met de schrik vrij, tot consternatie van Kamerleden en de Nederlandse burger die de problemen ondervinden. Twee weken eerder werd het debat hierover namelijk nog een uur voor tijd afgelast, juist omdat D66 het vertrouwen in de PvdA-bewindsman wilde opzeggen. „D66’er Dijkstra liep met een motie van wantrouwen in de hand de fracties langs op zoek naar steun”, verschillende Kamerleden bij andere oppositiefracties kunnen zich dit nog goed heugen zo bevestigde meerdere kamerleden dit achteraf aan de media na het debat.
De democraten hadden het debat aangevraagd over de chaos bij de Sociale Verzekeringsbank, die sinds januari verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de pgb’s. Tijdens dat debat was Dijkstra nog erg kritisch en had zij het hoogste woord over de manier waarop Van Rijn zich verdedigde, onder meer over hoe hij de Kamer van informatie voorzag. In de ogen van veel partijen, waaronder CDA, SP, PVV en GroenLinks, deed hij dat te weinig en te laat. Toen bekend werd dat D66 ondanks alle kritiek op Van Rijn geen motie van wantrouwen ging steunen, stak op sociale media veel kritiek op. Leden riepen zelfs op hun lidmaatschap op te zeggen. Aan het Binnenhof wordt volop gespeculeerd of er ’cadeautjes’ zijn beloofd aan D66. Ook zou D66 zich misschien laat hebben gerealiseerd dat als er nieuwe verkiezingen zouden komen zij zelf met dit probleem komen te zitten mochten zij de grootste partij worden.
Jacob Muys, afdeling TROTS Laren
ColumnsEen column is precies dat, dus de visie van één persoon. Om geplaatst te worden dient deze wel te getuigen van goede smaak en fatsoen en mogen ze niet in strijd zijn met het gedachtengoed van Trots en de wet, e.e.a. ter beoordeling van KC en HB. Evenwel hoeven deze artikelen, in tegenstelling tot de artikelen van ons Kenniscentrum (Wetenschappelijkbureau), geen landelijk beleid te zijn. Andere leden of afdelingen kunnen dus een geheel andere visie hebben.